Kerstspullen

Bij het opbergen van de kartonnen stoomboot, de hangpiet aan het bamboestokje, het gehaakte sinterklaasje, het papier-maché schoentje en de jute zakken voel ik me altijd even kwetsbaar. Een stemmetje in mij zegt dan een beetje dramatisch: tot ziens, ik hoop jullie volgend jaar weer uit te pakken. Ik berg de knutsels netjes op in een krat, zorg dat het stoombootje niet in de knel komt, de tekeningen tegen de zijkant staan zodat ze niet vouwen en dat de pietjes en sint knus bij elkaar in een zakje zitten. Over een jaar zal ik ze pas weer tevoorschijn halen, en die wetenschap geeft het ritueel iets geruststellends en confronterends tegelijk. Er kan in die tijd veel gebeuren.

Vanmiddag haalde ik fragiele engelen, sterren, rendieren en kerstballen uit een andere doos. Dat is troostend: het uitpakken van de kerstspullen, ongeveer een week later. Want ook die werden plechtig opgeborgen, in papieren kerstservetjes-2009 van Albert Heijn of andere zachte velletjes. Het gebreide skimutsje uit Vermont, de groene sok met pailletjes van Harrods, de vilten Maria, Jozef en kindje Jezus samen in het luciferdoosje, het blije koekemannetje, het olijfhouten engeltje van de kerstmarktboot in Keulen. Ze voelen veilig en vertrouwd. De witte lap stof met zilveren borduursels die mijn oma meebracht uit Marokko, eigenlijk bedoeld om een bloes voor mij van te maken, maar daar had ik een stokje voor weten te steken. Nu ligt hij al jaren trouw rond de kluit van de kerstboom. En de piek, weer bevrijd uit zijn plastic cocon. Die piek is dankzij heftig dochter-protest gekocht. Haar zelfgeknutselde ster hing altijd bovenin, maar dat vond ze twee jaar geleden ineens heel stom. Volgens haar waren we het enige huis in Nederland met zo’n stomme ster. Verder had iedereen een gewone piek. Ik vond die krakkemikkige ster met glitters juist heel schattig, maar toen ze bijna de boom beklom om hem eruit te halen, ben ik toch naar de Hema gegaan. En kocht ik een traditionele piek met bolle onderkant en lange punt, verpakt in een plastic cocon.

Nu hangen de versieringen zacht glinsterend in de boom. Net als elk jaar. Na Oud en Nieuw gaat alles weer de doos in, begeleid door hetzelfde, dramatische schietgebedje als de sinterklaasspullen. Ineens moet ik denken aan een interview dat ik las met de 100-jarige schrijver/psychiater Hans Keilson. Hij neemt elke dag afscheid, beseft bij alles dat het de laatste keer zou kunnen zijn. Maar eigenlijk heeft hij áltijd zo geleefd, zegt Keilson. ‘Omdat je het leven dan ten diepste beleeft’. Het heeft ook wel wat om gewoon je sterfelijkheid onder ogen te zien natuurlijk. Niet door er vervolgens gauw schietgebedjes op af te vuren, zoals ik, maar de dingen te laten zoals ze gaan – zeker als je daar honderd mee kan worden. Dat je de kerstspullen wegzet en denkt: tot ziens.

Recent Posts

Leave a Comment