Vrouw met rolkoffer

Ik zit in het tussenhalletje van de trein naar Schiphol. Tegenover mij een oudere heer met grote koffer, rechts een man van een jaar of dertig in trainingsbroek, bomberjack, met zwart mutsje. Op zijn gezicht hier en daar sporen van oude littekens.

Vlak voor de deuren dichtgaan glipt er hijgend een nette dame met rolkoffer ons treinhalletje in. Als de trein vertrekt roept ze verschrikt dat ze vergeten is haar kaartje te stempelen. ‘Ook dat nog’, zucht ze. We praten over hoe vervelend dat is, en hoe vaak het gebeurt. Dan belt ze iemand op haar mobieltje. De heer met koffer, de man in trainingsbroek en ik luisteren mee met het warrige gesprek. ‘Jij ook altijd met je dingen! Moet ik het weer oplossen. En nu vergeet ik in alle haast ook nog te stempelen! Zit je nou te lachen? Waar moet ik er eigenlijk uit? Wacht je valt weg..’

Dat was haar zoon, legt ze uit. Die lacht altijd om haar paniekjes. Hij is op de rechtbank in Amsterdam, daar moet ze nu heen. Mijn fantasie gaat aan de slag: Waarom is hij daar? Parkeerboetes niet betaald? Drugs? Erger? Ook de jongen in trainingsbroek zie ik denken. Dan komt ze met het verlossende antwoord: de zoon werkt op de rechtbank en is zijn pasje vergeten. Dat moet zij nu brengen. Hij is advocaat. Gelukkig, ik vond het al zo zielig. Een moeder die haar zoon gaat steunen in een rechtzaak en daar met de trein alleen naartoe moet. Bovendien voelde het ongemakkelijk omdat ik me geen criminele zoon bij deze nette mevrouw met jadegroene sieraden kon voorstellen. De jongen in trainingsbroek weet wel waar ze moet uitstappen voor de rechtbank – ja daar ben jij vast weleens geweest en niet als advocaat, betrap ik mijzelf op een ernstig vooroordeel.

Nu de vrouw haar station weet heeft ze meer rust, alleen is ze nog nerveus over het niet afgestempelde kaartje. ‘Dan gaat u er in Hilversum gauw even uit om te stempelen’, zeg ik samenzweerderig. ‘Ik zou gewoon even naar de conducteur lopen en het eerlijk uitleggen’, zegt de man in trainingsbroek. Wie is hier de zwendelaar? In elk geval niet hij die adviseert een dapper bezoekje te brengen aan de conducteur.

In Hilversum moet de man in trainingsbroek eruit en blijkt de stempelmachine te ver, dus er wordt geen stempelpoging gewaagd. De vrouw en ik praten verder. Na haar pensioen is ze met haar man teruggegaan naar haar geboorteland Suriname. Nu is ze twee maanden in Nederland om haar kinderen en vrienden te bezoeken. Ze geniet van de rust in Suriname, want ze heeft altijd hard gewerkt in de evenementen-business en reisde daarvoor de hele wereld over.

‘Maar stilzitten kan ik niet’ zegt ze. ‘Daarom heb ik een eigen winkel in Suriname’.
‘Goh leuk, wat voor winkel?’ (sieraden of juwelen schat ik)
‘Een sekswinkel.’
‘Wat?’
‘Een sekswinkel.’
‘Oh ja dat kan natuurlijk. Ik bedoel leuk.’
‘Dat loopt goed hoor, seksartikelen. Ik heb altijd in deze branche gewerkt.’
‘Ja daar is natuurlijk altijd en overal behoefte aan..’
‘Ik verkoop speeltjes en boekjes, maar ik mag geen porno verkopen. Gewoon leuke verhaaltjes met bloot. En de blaadjes moeten bij ons geseald zijn hè, zodat kinderen ze niet kunnen lezen.’
‘O ja slim!’
‘Ik doe veel inkopen hier in Nederland en Duitsland. Maar de beste condooms komen uit Maleisië (ze noemt het merk, maar ik versta het niet). Ken je die?’
‘Nee eh die ken ik niet.’
‘Die zijn echt heel goed hoor. Super.’

Dan moet ze eruit. We zeggen elkaar hartelijk gedag. Mijn blik glijdt nog even naar de rolkoffer: wat zit daar allemaal in? Niet alleen een pasje van de rechtbank. Een beetje verhit kijk ik uit het raam. Niks is wat het lijkt.

Recent Posts

Leave a Comment